zondag 23 september 2012

Vakantievlinders of: het leven in 3D

september in Nederland
Daar komt het vlindertje weer tevoorschijn, precies op het moment dat ik wegloop met mijn fototoestel.
Al dagen probeer ik het koolwitje vast te leggen dat mijn lavendelplanten aandoet. Vooral s'morgens is het licht nu zo mooi. Septemberlicht is warmer en schuiner. Het maakt de witte vleugeltjes transparant en nog fragieler dan ze al zijn. Maar telkens ben ik net te laat.

augustus in Frankrijk
Van de camping naar het dorp is het een half uur lopen, een afdaling van 400 meter. Ik loop over de weg. In de berm: rijpe bramen, witte schermbloemigen. Prikkeldraad waarvan de bovenste draad verroest is, de onderste twee niet. Een wit-geel bloempje in een scheur van het asfalt. Een ieniemienie-rupsje op mijn broek. Heel veel details zie ik, alle prikkels komen binnen.



Mijn blik ontspant en gaat op oneindig. Ik kijk de weg af en opeens, vanuit het niets, dartelen honderden witte vlindertjes boven de berm. Ze fladderen, ruiken aan een bloem, vliegen weer weg, komen terug. Waren die vlinders er net ook al?
Alsof ik naar een 3D-plaatje kijk en na lang staren opeens de diepte zie.

Is dat niet vakantie? Dat je door te ontspannen opeens de vlinders in je leven weer ziet? Dat je dóór alle dagelijkse details die je blik vasthouden, opeens weer diepte ervaart.

Weer thuis in Nederland probeer ik de vlinders vast te houden. Vast te leggen met mijn camera. Na drie dagen tevergeefs proberen neem ik me voor nog één poging te doen: ik wacht een kwartier. Er komt geen vlinder meer.
Vlinders krijg je. Ephemeral things. Vluchtig, voorbijgaand. En dan kun je ze zien, of niet.
Kijk, en geniet. En zie (in deze tijd van spinnen) de rupsen niet over het hoofd.